maandag 19 maart 2007

Bouterse Vroeg Zelf Om Strafproces

Foto ANP

- Ingezonden -

Dat ex-dictator en NDP-voorzitter Desi Bouterse op 9 december ten overstaan van zijn partijgenoten heeft gepleit voor stopzetting van het 8 december-proces en opgeroepen tot “amnestie” voor de schuldigen en om een “waarheidscommissie”, mede om te komen tot “nationale verzoening”, is opmerkelijk.

Temeer daar Bouterse zelf heeft verzocht om een ‘justitieel onderzoek en eventuele vervolging’ inzake de decembermoorden en toegezegd dat hij daaraan ‘volledig zal meewerken’. Zo blijkt uit zijn brief van maandag 4 september 2000 aan de toenmalige procureur-generaal van de republiek Suriname, mr. Helouise Rozenblad.

Zoals bekend, is de verjaring van de decembermoorden in 2000 door het Hof van Justitie gestuit op aandringen van de nabestaanden van de slachtoffers van 8 december 1982. Het Openbaar Ministerie werd toen ook opgedragen onderzoek en vervolging te starten. Dit geschiedde nadat ruim 18 jaren, zowel onder het militaire bewind, als onder de verschillende gekozen regeringen, onderzoek naar het martelen en doodschieten van 15 vooraanstaande critici van de militaire dictatuur, was nagelaten.

Inmiddels is het gerechtelijk vooronderzoek afgerond en kan het strafproces binnenkort beginnen. Het is dan ook opmerkelijk dat de NDP-voorzitter in zo een principiële kwestie nu op zijn eerdere belofte lijkt terug te komen, temeer daar hij in zijn brief ook, merkwaardig genoeg, zijn hoop uitspreekt dat met de justitiële aanpak ook “het leed van de nabestaanden tot het verleden mag behoren”.

Bouterse schreef in zijn verzoekschrift aan PG Rozenblad onder meer:

Met betrekking tot de reaktie van leden van de Nieuw Front Coalitie bij mijn toelating tot lid van de Nationale Assemblee, de uitspraken van Nieuw Front Fractieleider Otmar Rodgers tijdens mijn afwezigheid bij die toelating in het college en de discussie die thans binnen de Nationale Assemblee wordt gevoerd over mijn deelname in de vaste DNA commissies, zie ik mij genoodzaakt U het verzoek te doen een justitieel onderzoek en eventuele vervolging te doen instellen naar o.a. de 8 december gebeurtenissen.

Wij hopen dat hierdoor politiek misbruik van deze zaak en het leed van de nabestaanden tot het verleden mag behoren. Hierdoor zal er uiteindelijk een halt worden toegeroepen aan het politiek bedrijven met deze issue en aan de oppositie tegen mijn rechtmatige toelating tot lid van De Nationale Assemblee. Tevens zal recht worden gedaan aan alle betrokkenen en de nabestaanden van die gebeurtenissen.

Het is dienstig U in herinnering te brengen dat tijdens twee voorgaande regeringsperioden waarin delen van de huidige regeringscoalitie hebben deelgenomen de mogelijkheid van een justitieel onderzoek van de zogenoemde ‘decembermoorden’ ruimschoots aanwezig was. Echter is nimmer daartoe besloten ondanks herhaalde verzoeken van ondergetekende, vanuit delen van de gemeenschap en vanuit de groep van nabestaanden van de slachtoffers van die gebeurtenissen. Er is in 1994 zelfs een motie door de Front Coalitie in De Nationale Assemblee ingediend en met algemene 48 stemmen aangenomen om tot onderzoek en eventuele vervolging over te gaan. Die motie is, helaas, nimmer ten uitvoer gebracht. Tijdens de afgelopen regeringsperiode is op mijn uitdrukkelijk verzoek aan President Jules Wijdenbosch, een commissie Waaldijk geïnstalleerd om te komen tot de best mogelijke vorm van het oplossen van deze hangende kwestie.

Helaas heeft de nu afgetreden President Wijdenbosch de voorstellen uit de commissie Waldijk nimmer ten uitvoer gebracht. Ik acht daarom thans de tijd aangebroken om via U en justitieel onderzoek en eventuele vervolging m.b.t. de 8 decembergebeurtenissen aan te vragen. Ik heb mijn beklag, om de lange weg, die artikel 4 van het Wetboek van Strafvordering m.b.t. het niet vervolgen van strafbare feiten, rechtsreeks tot U gericht opdat U kan bevelen dat dit onderzoek wordt ingesteld. Ik heb mij wel de vrijheid voorbehouden om overeenkomstig voormeld artikel een afschrift van dit beklag aan het Hof van Justitie te verzenden. Met de toezegging dat ik volledig zal meewerken aan het door mij zelf aangevraagd justitieel onderzoek van de 8 december 1982 gebeurtenissen, hoop ik (van) u ten spoedigste een reactie te vernemen...”

Ingezonden door Sandra van Lunteren

dinsdag 6 maart 2007

Waarheid Blijft Onder Tafel


"Dat zal wel!"

door Brainwave

Er zijn twee afwijzende reacties gekomen op mijn stelling dat we alle revoluties geschiedkundig moeten respecteren en herdenken. Dus ook de ‘revo van Bouta’. Lees: “Toeval bestaat niet”. Toegegeven, die was gewoon een ordinaire, ondoordachte coup. Maar het neemt niet weg dat ze – misschien wel meer dan de Onafhankelijkheid – een ommekeer was in de Surinaamse (politieke) geschiedenis. Het is zelfs duidelijk dat Srefidensi de prelude was die vooraf ging aan de staatsgreep.

Hoe groots die coup was, weet ik niet. Ik was toen een verlate puber in Amsterdam. Ik weet wel dat mijn blanke schoolgenootjes mij plaagden met de volgende mop: "Weet je hoe je de macht grijpt in Suriname? Je pakt een sportvliegtuigje en gooit een paar rotjes naar beneden?"

Je lachte mee, maar het was de zoveelste denigrerende grap over je geboorteland, dat niet echt serieus meetelde en nog steeds niet – ook al is het zeventiende rijkste land ter wereld qua natuurlijke hulpbronnen. Het was bijna in die trant van die hinderlijke kinderrijm: “In Suriname zitten de poepvliegen op de ramen.”

Leuke mop voor wie niet het land was, maar bittere realiteit voor het Surinaamse volk, weet ik nu inmiddels na ruim tien jaar van remigratie. De ironie is dat de 15 decembermoorden weliswaar het symbool zijn geworden van herdenken van de mensenrechtenschending in Suriname, maar tegelijkertijd alle aandacht voor andere talloze tijdens het Bouterse-regime overschreeuwen. Eigenlijk mag het een wonder heten dat Suriname niet zo'n typisch Latijns-Amerikaans land is geworden met onophoudelijke guerilla’s, doodseskaders en intimidaties. Want er is onnoemelijk veel pijn geleden en voelen nog steeds heel wat etnische splintergroeperingen zich miskend in die pijn.

Er zijn tijdens het Bouterse-regime aardig wat smerige oorlogjes gevoerd, waarbij je echt niet zwart-wit kan spreken van pro- of contra. En hier wringt nou ook de schoen. In Suriname zeggen ze: ‘Niets dan goed over de doden’. Onder dit mom werd ‘Grote Zoon’ Fred Derby, de ‘enige overlevende’ van de slachting te Fort Zeelandia, in mei 2001 ten grave gedragen - alweer zes jaar geleden, mijn hemel waar blijft de tijd! Maar voor mij is Derby geheel niet als een ‘Grote Zoon’ heengegaan. Maar als een niet aflatende praatjesmaker die een belangrijk deel van de waarheid in zijn graf heeft meegenomen. Hij heeft te lang gedraald om zijn deel op tafel te gooien. Tja, en toen stond zijn hart ineens stil. Op het voetbalveld. Sportief, dat wel.

Maar ja, misschien zal in de hemel blijken – haha als ik er tenminste ooit beland – dat ik fout zit met deze opvatting. Want het kan natuurlijk ook zijn dat Derby wist waarvoor hij zijn land behoedde door dat stukje voor zichzelf te houden. In elk geval na tien jaar Suriname en mij als journalist de oren goed te luisteren hebben gelegd, is mijn conclusie dat vele prominenten zich aanvankelijk achter Bouterse hadden geschaard, maar zich uit de voeten maakten toen het te bloederig werd en de aarde te heet. Reken maar dat het Frontkamp gevuld is met figuren die Bouterse destijds hebben aangevuurd om de trekker over te halen.

Daarna zijn heel wat onderlinge yan patu’s – potjes – verdeeld. Ofwel gewoon de corruptie, waarbij Surinaamse politici meer boter op hun hoofd hebben dan de Nederlandse productie jaarlijks aankan. Let op mij woorden: de waarheid zal nimmer boven tafel komen in Suriname. Waarom niet? Omdat de huidige politieke elite daar totaal geen behoefte aanheeft. En Bouterse verdwijnt niet achter de tralies. Niemand trouwens.

Stukje bij stukje zal de waarheid met ‘Grote Zonen’ ten grave worden gedragen of gecremeerd. Hierdoor blijft nationale verzoening uit en rest alleen verbittering en versplintering. Bovendien is het de vraag hoe serieus Suriname zichzelf in deze kwestie neemt. De rechterlijke macht telt momenteel pak hem beet tien actieve rechters. Ongeveer evenveel als toen ik er in 1993 was voor een ‘herkennismaking’! Terwijl er zo’n 50 nodig zijn voor een ‘redelijke’ rechtsgang. Lees: ‘Ik kan in mijn land geen recht halen’.

Ik weet in geval het mijne ervan: Suriname en zijn ‘Surinamers’ willen helemaal niets opgelost krijgen. Dat is inherent aan het ‘man, no span, laat maar, no fur mi ede’-mentaliteit of die van ‘tap yu sen’, ofwel hou de vuile was binnen. Maak niet uit hoe muf de boel wordt. Zolang er een stevige oceaanpassaat waait, hebben we er niet zoveel last van. U weet wel: winti e way, no wan sma e pay. We spreken dus het volgende af: Iwan Brave heeft gelijk tot het tegendeel bewezen wordt. En Nederland moet ernstig in overweging nemen, hoe lang nog deze poppenkast te sponsoren.